Je hebt mensen met een pokerface, en je hebt mensen met een poembaksmoel.

De ‘poembak’ verwijst natuurlijk naar de lavabo waarin we geregeld de afwas doen, onze handen wassen en met tegenzin de etensresten uit de afvoer peuteren. Het woord ‘smoel’ is dan weer een ouderwets woord voor aangezicht dat komt van het Middelnederlandse woord smule of mule. Tegenwoordig heeft het vaak een negatieve(re) bijklank en zal het zelden binnen formele gesprekken gebruikt worden.

Spottend verwijst deze term wellicht naar aangezichten met een grote onderkin, een duidelijk vooruitgeschoven onderbeet of een opvallend lelijk aangezicht.

Kennelijk gaat deze spottende term zeker terug tot de jaren 40, toen Benito Mussolini, de fascistische Italiaanse leider, de poembaksmoel werd genoemd in onze contreien. Dit is onder meer te lezen in een boek uit 1945 over Vlaamse volkshumor gedurende de Duitse bezetting.

Meer Schuunste klap?