ANTWERPEN IS NIET KLAAR VOOR DE VERGRIJZING

Op 6 december 2011

We spraken hierover met Jos Van Kouteren en Romain Goesaert, respectievelijk de voorzitter van de Antwerpse Ouderenraad en van de seniorenraad van het district Antwerpen.  “Niemand heeft eigenlijk al over de gevolgen van de vergrijzing van Antwerpen nagedacht”, steekt Jos Van Kouteren van wal, “En niemand heeft op dit moment al plannen klaarliggen over hoe we dit zprobleem zullen aanpakken. Wij worden bestuurd door veelal jonge politici die vaak te weinig afweten van de seniorenproblematiek.”

Antwerpen, sinjoren- EN seniorenstad.

Antwerpen telt maar liefst 112.000 60plussers. Een belangrijke groep dus, met heel specifieke problemen. Problemen en noden waar het stadsbestuur  rekening moet mee houden en waarvoor ze een eigen beleid moet ontwikkelen. En wie is beter geschikt om mee te bepalen hoe dat beleid er moet uitzien dan de senioren zelf. Sinds 2004 kent Antwerpen per district een seniorenraad (SR).  Hierin zitten vertegenwoordigers van verschillende ouderenverenigingen en een aantal onafhankelijke leden . “Het zijn vooral die onafhankelijke leden die de grootste inbreng hebben,” zegt Jos Van Kouteren. “Zij zijn het meest gemotiveerd en hebben vaak ook nogal wat deskundigheid in huis. Vergeet niet dat de 60plusser van tegenwoordig niet meer de bejaarde van 30 jaar geleden is. Vele ouderen zijn nu vaak goed opgeleid en zijn een stuk mondiger dan vroeger.”

Adviesraden

De in totaal 42 leden hebben het werk verdeeld over een vijftal commissies die zich elk met een specifieke problematiek bezighouden. Dat gaat van het adviezen geven over het beheer van woonzorgcentra, over raad geven bij het heraanleggen van straten tot het aankaarten van een specifiek veiligheidsprobleem. “Het blijven uiteraard adviesraden,” legt Romain Goesaert uit. “En wij geven advies als het districtscollege hierom vraagt, of wanneer wij dat zelf nodig vinden. Het is dan aan het districtscollege om hier al dan niet iets mee te doen en ons daar dan over in te lichten.” Geeft het district Antwerpen informatie over wat ze met de adviezen doen, dan is dat voor de gemeenteraad vaak niet zo. Jos Van Kouteren: “Normaal gezien moet de gemeenteraad de Antwerpse Ouderenraad binnen de zes weken informeren over wat er verder met de adviezen gebeurt. Maar die informatie krijgen we vaak tot meestal niet. We kunnen dus vaak niet weten of we effectief gehoord worden en moeten dan maar afwachten wat er uiteindelijk besloten wordt. Het is frustrerend om te merken dat men die adviezen gewoon naast zich neerlegt. We krijgen al te vaak de indruk dat men nauwelijks naar ons luistert.” “Het zou eigenlijk een tweede natuur van alle beleidsorganen moeten worden,” vult Romain Goesaert aan: “overal waar men beslissingen neemt die ook senioren aanbelangen zou men de adviesorganen moeten raadplegen, en zou men uiteraard daar waar mogelijk ook rekening moeten houden met de afgeleverde adviezen. “

De Antwerpse Ouderenraad (AOR)overkoepelt de verschillende seniorenraden van de verschillende districten en is samengesteld uit afgevaardigden  van de districten, uit afgevaardigden van de ouderenverenigingen en uit onafhankelijken. De  AOR kent verschillende werkgroepen en een Advies- en beleidsvoorbereidende commissie, zeg maar het bestuurscollege van de AOR. 

Betere vertegenwoordiging

“De leden van de AOR en van de seniorenraden in de districten doen degelijk werk. Als je ziet hoe bijvoorbeeld de voorzitter van onze werkgroep mobiliteit constant in contact staat met De Lijn, dat is niet evident. Maar we zouden wel wat meer ondersteuning moeten kunnen krijgen,” zegt Jos Van Kouteren, “het zou al mooi zijn mocht de stad meer van het administratieve werk uit onze handen nemen.” “Als je vergelijkt hoe andere beleidsdomeinen ondersteund worden, denk aan jeugd, cultuur, sport, dan valt de steun voor  de seniorenraad in ons district  toch maar mager uit,” bevestigt Romain Goesaert.

“We zouden ook in meer raden en op meer plaatsen moeten vertegenwoordigd zijn,.” gaat Jos Van Kouteren verder, “Waarom zit er geen vertegenwoordiger van de AOR in bijvoorbeeld de sportraad of de cultuurraad? Op districtsniveau werken die raden vaak wel samen, maar op stedelijk niveau is dat absoluut niet het geval. Ook in de raden die zich bezighouden met het beheer van de woonzorgcentra – de vroegere rust- en verzorgingstehuizen - zouden wij absoluut moeten vertegenwoordigd worden. De werking van woonzorgcentra kan best wat kritische inbreng gebruiken. Zo is er volgens mij geen afdoende controle op de prijsbepaling van de zorgcentra. Ook (ontbrekende) regelingen voor holebikoppels, de bepaling dat oudere TV’s niet meer binnen of de manier waarop het huisartsenbezoek wordt georganiseerd zijn vaak niet realistisch of niet meer van deze tijd.”

Verkiezingen voorbereiden

De seniorenraden en de Ouderenraad werken momenteel aan een memorandum dat begin volgend jaar aan het publiek zal worden voorgesteld. Het memorandum moet een overzicht geven van de pijnpunten en problemen waar een vergrijzende stad mee rekening dient te houden. “Hiermee willen we in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen naar alle politieke partijen stappen,” legt Jos Van Kouteren uit, “en we hopen dat ze er in hun verkiezingsprogramma’s maar, belangrijker nog, vooral ook in hun toekomstig beleid zoveel mogelijk rekening zullen mee houden.”

Of we al een tipje van de sluier mogen oplichten? Op die vraag haalt Romain Goesaert enkele pagina’s van het voorbereidende werk boven: “We kwamen in een eerste bevraging al tot een hele reeks pijnpunten, maar ik wil er toch enkele van aanstippen. Meer inspraak en meer respect voor de adviesorganen hoort daar zeker bij. Maar ik denk ook aan het ondersteunen van investeringen om woningen aan te passen aan bejaarden. Daar zijn nu al tussenkomsten voor, maar die zijn veel te laag. Dat werkt uiteindelijk kostenbesparend want een bejaarde thuis in een aangepaste woning met de nodige ondersteuning is nog altijd goedkoper dan een bejaarde in een ruisthuis. We zouden er trouwens meer moeten op letten dat we woningen bouwen waar men een leven lang kan in wonen, met bijvoorbeeld aangepaste brede deuren of stopcontacten die niet tegen de grond worden geplakt. En daarnaast halen we een hele reeks punten aan die misschien niet specifiek een seniorenprobleem zijn, maar waar senioren uiteraard wel mee te maken hebben: een oplossing voor de Oosterweelverbinding, een beter inburgeringsbeleid, een nultolerantie in heel de stad en niet per wijk, een degelijke aanpak van de problematiek rond illegalen…”

Ook Jos Van Kouteren ziet een aantal dringende pijnpunten: “zowel een aantal grote als kleine problemen dienen te worden aangepakt. Soms kan dat door relatief eenvoudige maatregelen Zou zouden dienstencentra, minstens één per district en in het district Antwerpen zelfs meer dan één, ook op zaterdag en zondag open moeten zijn, naast bijvoorbeeld de reeds bestaande sociale restaurants. Ook de adviesraden zouden een betere ondersteuning moeten krijgen vanuit de stad. Daarnaast heb je natuurlijk problemen als het gebrek aan sociaal contact van bejaarden en het armoedeprobleem die een grondige inspanning vereisen. En misschien nog het belangrijkste probleem van al: luister naar ons, hou rekening met de vergrijzing, betrek de senioren bij het beleid, luister naar ons advies. Een klein vorbeeldje als afsluiter, maar wel illustratief voor het gebrek aan aandacht. Bij de bouw van het MAS is er ons nooit om enig advies gevraagd. Het gevolg is nu dat je met een gebouw  zit waar de binnendeuren zo zwaar zijn dat ouderen of mensen de slecht te been zijn ze nauwelijks openkrijgen. Gevolg: een bezoekje aan het MAS is voor die mensen een hele opgave geworden. Gewoon eens het oor te luisteren leggen bij de Ouderenraad had zoiets kunnen vermijden.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is