
Vrijwel alle Vlamingen gebruiken ‘goesting’ in hun dagdagelijks taalgebruik. Het betekent ‘zin hebben in iets’. Dit kan gaan van enthousiasme voor een activiteit, erotisch contact, honger hebben tot levenslust. In 2004 werd het woord uitgeroepen tot mooiste Vlaamse woord. Vanwaar komt dit woord eigenlijk?
De wortels van het woord ‘goesting’ kenmerken in vele opzichten het ‘Vlaams’, dat Germaans is van oorsprong, maar behoorlijk wat gallicismen kent. ‘Goesting’ is zowel van Germaanse als van Romaanse oorsprong. Beter gezegd: het eerste deel (goest) is Romaans en het tweede deel (ing) is een suffix van Germaanse afkomst. Mooi toch, hoe Germaanse en Romaanse kenmerken in één woord samenkomen?
Het eerste gedeelte van ons mooie woord is afkomstig van het Oudfranse (9de-14de eeuw) ‘Goust’, dat dan weer komt van het Latijnse ‘Gustus’, wat ‘smaak’ betekent. Het achtervoegsel ‘ing’ duidt op een aangaande toestand van iets of wanneer een zelfstandig naamwoord de rol van een werkwoord aanneemt (gerundium). Dit laatste is vooral in het Engels vaak te zien.
Ook de Spaanse invloeden in de 16de en 17de eeuw in deze contreien zijn in sommige opzichten ‘Romaans’ van aard geweest, wat het gebruik van ‘guste’ (me guste = het smaakt mij) mogelijk mee heeft versterkt. Hoe het ook zij, ‘goesting’ kenmerkt in één woord wat typerend is voor de Zuidelijke Nederlanden als taalkundig en cultureel overgangsgebied tussen het Germaanse gebied en het Romaanse gebied, wat reeds zo was nog voor de Romeinen in onze streken ronddwaalden.
Hopelijk hebben jullie al veel goesting in het volgende weetje, maar dat is wachten tot volgende vrijdag.