Verloren Maandag is een oude Antwerpse traditie met wortels in de middeleeuwen. Op de eerste maandag na Driekoningen moesten ambtenaren en gilden vroeger hun eed vernieuwen, een lange dag waarop nauwelijks gewerkt werd en die daardoor al snel de naam Verloren Maandag kreeg. Omdat er weinig tijd was om te koken, serveerde men eenvoudige en stevige gerechten die vlot te bereiden waren en lang warm bleven. Zo groeiden het worstenbrood en de appelbol uit tot de vaste lekkernijen die de traditie vandaag nog altijd kleur en geur geven in Antwerpen en de omliggende districten.